Elk schooljaar brengt nieuwe kansen en uitdagingen, vooral met klasmanagement. Het is onvermijdelijk dat situaties in de klas escaleren, zoals wanneer leerlingen weigeren te werken of jouw grenzen aftasten. We delen ontmijningstips voor leerkrachten die effectief helpen wanneer de leerlingen het te bont maken.
1. Wees empathisch en niet-oordelend.
Probeer de gevoelens van leerlingen niet te veroordelen of af te wijzen als ze in nood zijn. Onthoud dat hun gevoelens echt zijn, of we die gevoelens nu wel of niet gerechtvaardigd vinden (bv. “Verpest deze opdracht je leven echt?”). Respecteer die gevoelens en houd in gedachten dat wat de persoon ook doormaakt op dit moment de belangrijkste gebeurtenis in hun leven kan zijn. Waarschijnlijk ligt de wortel van de strijd van de leerling misschien niet bij de opdracht. De kans is groot dat de leerling over iets anders van streek is en onze steun en aanmoediging nodig heeft. Denk aan de ijsbergtheorie! We zien maar een stukje van het gedrag maar wat er onder zit zie je niet.
2. Vermijd overreageren.
Probeer kalm, rationeel en professioneel te blijven (ik weet het, het is niet altijd gemakkelijk). Hoewel we het gedrag van leerlingen niet onder controle hebben, heeft de manier waarop we erop reageren een direct effect op de vraag of de situatie escaleert of onschadelijk wordt gemaakt. Belangrijk is om een plan te hebben. Hoe wil je je lessen starten? Waar wil je naartoe en hoe wil je dan dat je leerlingen zich gedragen? Wees transparant en voorspelbaar. Hoe wil je reageren op ongewenst gedrag? Hoe ga je waarschuwen en hoeveel keer? Door hier op voorhand over na te denken behoud je kalmte, rationaliteit en professionaliteit. Zo hou je de regie in handen. Het is oké om even de tijd te nemen om onze gedachten te ordenen. Als we pauzeren, bereiden we ons voor om te reageren in plaats van in discussie te gaan met de leerling of klas.
Focus je ook op het positieve. Wat aandacht krijgt groeit. Als we ons concentreren op wat we kunnen controleren en de positieve punten benadrukken, volgen goede dingen. Wanneer we de negatieve punten benadrukken, volgen angst en ongerustheid.
3. Stel positieve limieten in.
Eén van de nuttigste dingen die we kunnen doen als een leerling zich in de klas misdraagt is hem op een respectvolle, eenvoudige en redelijke manier grenzen stellen. Als een leerling ruzie met ons maakt, kunnen we zeggen: Ik zal dit graag met u bespreken zodra de ruzie stopt. Als een leerling schreeuwt, kunnen we proberen te zeggen: Ik zal kunnen luisteren zodra jouw stem net zo kalm is als de mijne. Als een leerling zijn werk niet wil doen, stellen we een positieve limiet in en zeggen we: Nadat je werk klaar is, heb je vijf vrije minuten om te praten.
4. Negeer uitdagende taal.
Soms, wanneer het gedrag van een leerling escaleert, dagen ze onze autoriteit uit. Ze kunnen dingen zeggen als "Je bent mijn moeder niet!" of "Je kunt me niets laten doen!" Wanneer een leerling ons gezag betwist, richt zijn aandacht dan op het betreffende probleem. Negeer de uitdaging, maar niet de persoon. Breng hun focus terug naar hoe u samen kunt werken om het probleem op te lossen. Dus als een leerling zegt: "Je bent mijn moeder niet!" kan je zeggen: “Ja. Je hebt gelijk. Ik ben je moeder niet. Maar ik ben je leraar en ik zou graag willen dat we samenwerken, zodat je succesvol kunt zijn in deze opdracht.”
5. Geef rustige tijd voor reflectie.
Leerkrachten leren om ten minste vijf seconden te wachten nadat ze de leerlingen een vraag hebben gesteld zodat ze tijd hebben om het te verwerken. Dezelfde strategie is even effectief wanneer leerlingen rustig moeten worden. Wees niet bang voor ongemakkelijke stiltes. Stilte is een krachtig communicatiemiddel en kan leerlingen de kans geven om na te denken over wat er is gebeurd en hoe verder te gaan. Stel de vraag (na een tijdje) niet met andere woorden anders moet het denkproces helemaal opnieuw beginnen. Richt een rustruimte* in uw klaslokaal/school in waar leerlingen hun kalmte kunnen herwinnen voordat ze terugkeren naar de les.
*lees ook de blog cool down in 1,2,3
6. Doe een snelle bodyscan.
Wanneer leerlingen ons uitdagen, is wat we zeggen van belang, maar hoe we het zeggen maakt een groot verschil. We kunnen onbedoeld een leerling triggeren wanneer we onze stem verheffen en onze non-verbale communicatie wijst op veiligheid of gevaar. Gekruiste armen, opeengeklemde kaken of handen op de heupen zullen niet de-escaleren. Een harde toon of verheven stem helpt ook niet. Wanneer leerlingen je uitdagen in de klas, neem dan even de tijd om de spanning los te laten en de kalmte te herwinnen. Denk eraan dat jij het voorbeeld bent waar leerlingen zich naar spiegelen. Als je niet wil dat ze roepen, roep dan zelf niet. Probeer ademhalingsoefeningen of gebruik affirmaties en mantra's zoals "Ik ben een rustige en capabele leraar." Als al het andere faalt, tel dan tot tien.
7. Gebruik bevestiging om te ontmijnen.
Als je een machtsstrijd met een leerling ervaart, kun je antwoorden als “'goed punt”, “ik hoor je” en “genoteerd” gebruiken om te ontmijnen. Houd de toon van je stem zo kalm mogelijk tijdens de uitwisseling. Maak oogcontact terwijl je je leerling voldoende persoonlijke ruimte geeft om tot rust te komen. Wanneer je bevestiging gebruikt, help je je leerling zich gezien en gehoord te voelen.
8. Oefen reflectief lesgeven.
Het kan zijn dat onze leerlingen keer op keer op dezelfde manier testen. Elke keer dat dit gebeurt, is het een gelegenheid om ontmijningsstrategieën te oefenen en daarna te reflecteren. De sleutel tot zelfreflectie van leraren is om een onverbloemde blik op het verleden te werpen en te bepalen hoe deze strategieën in de toekomst het beste kunnen worden toegepast.
Meer vragen of informatie nodig? annvredus@gmail.com
Reacties
Een reactie posten