Misschien ben jij wel één van die startende leerlingbegeleiders, zorgleerkrachten, zorgcoördinatoren of leerondersteuners. Welkom bij de groep! Je gaat een topjob tegemoet. Je gaat sowieso een boeiend schooljaar in! Deze blog wil een aantal inzichten geven om te voorkomen dat je in enkele klassieke valkuilen loopt.
1. Iedereen heeft zijn opdracht in zijn eigen fase.
Het zorgcontinuüm is een opeenvolging van fasen in de organisatie van de onderwijsomgeving op vlak van zorg. Dit verloopt steeds met respect voor de autonomie en de eigenheid van de scholen.
Het zorgcontinuüm wordt beschreven in vier fasen: brede basiszorg, verhoogde zorg, uitbreiding van zorg en individueel aangepast curriculum. De fasen kan je niet altijd strikt scheiden. Bij het voorzien van verhoogde zorg voor een leerling, wordt de brede basiszorg immers verdergezet. De zorg voor een leerling wordt ook niet stopgezet bij de start van een andere fase. Omgekeerd kan een aanpak die wordt uitgewerkt voor een specifieke leerling tegemoet komen aan de onderwijsbehoeften van andere leerlingen en zo een plaats krijgen binnen de brede basiszorg of de fase van verhoogde zorg.
Zorg dragen binnen het zorgcontinuüm is niet de taak van de zorgprofessional alleen. Iedereen heeft zijn opdracht binnen een bepaalde fase. Het samenverhaal tussen alle partners blijft belangrijk. Toch is het belangrijk om te weten in welke fase jij als zorgprofessional een rol kan vervullen. Het voorkomt verkeerde verwachtingen en frustraties bij jezelf en leerkrachten of ouders. Dus nog even duidelijk wie neemt waar een taak op:
2. Doelgerichte ondersteuning
Het nalaten om duidelijke doelen en doelstellingen voor uw zorgplannen, begeleidingsplannen of aanpak vast te stellen, is een fout die je het beste kunt vermijden als je kunt. Ik heb uit de eerste hand gezien hoe cruciaal het is om vanaf het begin een goed gedefinieerd plan van aanpak te hebben.
Toen ik begon als nieuwe Gon-begeleider of later nieuwe ondersteuners begeleidde, maakte ik en zag ik vaak de fout om in het werk te duiken zonder duidelijke doelen te stellen. Het zorgde voor verwarring en inefficiëntie. Het betekende een constant gevoel van overweldigd zijn. Je loopt heel de dag brandjes te blussen en je komt niet tot duurzame veranderingen.
Zonder duidelijke doelen en doelstellingen is als zeilen zonder kompas. Je merkt dat je verdwaald bent. Je weet niet zeker waar je op moet richten. Door de tijd te nemen om specifieke doelen vast te stellen, creëer je een gevoel van richting en doel voor je begeleidingen.
Identificeer de gebieden waar je de meeste impact wilt maken. Of het nu gaat om academische prestaties, sociaal-emotioneel welzijn, loopbaanontwikkeling of een combinatie hiervan. Dit helpt je ook om jouw inspanningen af te stemmen op de algemene missie en visie van de school of de verwachtingen van de leerkracht.
Bovendien bieden duidelijke doelen en doelstellingen een kader voor het evalueren van de effectiviteit van jouw begeleidingsplan. Hiermee kan je jouw voortgang meten en gebieden identificeren die mogelijk moeten worden verbeterd. Deze gegevensgestuurde aanpak is cruciaal om de waarde van jouw aanpak aan belanghebbenden te demonstreren en middelen voor toekomstige groei veilig te stellen. Het helpt je ook om weloverwogen beslissingen te nemen over de toewijzing van uw tijd, energie en middelen.
Hoe kom je tot goede doelen of afspraken?
3. Rollen en verwachtingen duidelijk maken.
Uit ervaring weet ik dat het belangrijk is om goed te weten wat je rol is als zorgprofessional. Wanneer het niet duidelijk is welke rol je opneemt of zou moeten opnemen kan dit verschillende negatieve gevolgen hebben.
Ten eerste kan er een gebrek aan begrip en waardering zijn voor de expertise van de zorgprofessional en de waardevolle diensten die hij leerlingen of leerkrachten kan bieden. Dit kan leiden tot verspilling van de vaardigheden en middelen van de zorgprofessional, waardoor hun vermogen om de academische, sociale en emotionele behoeften van leerlingen effectief te ondersteunen, wordt beperkt.
Ten tweede kan het ontbreken van duidelijkheid over de rol van de zorgprofessional leiden tot een verkeerd begrip van grenzen en verwachtingen. Leraren, directies, of andere zorgprofessionals kunnen onbedoeld hun eigen rol overschrijden door taken op zich te nemen die binnen de bevoegdheid van de zorgprofessional vallen. Omgekeerd kunnen ze belangrijke signalen of gedragingen over het hoofd zien die door de zorgprofessional moeten worden aangepakt, waardoor mogelijk kansen voor vroegtijdige interventie en ondersteuning worden gemist. Dit gebrek aan duidelijkheid kan leiden tot een gefragmenteerde aanpak van de zorg en ondersteuning van leerlingen binnen de school, waardoor uiteindelijk de algehele effectiviteit van de geboden adviesdiensten afneemt.
Uit onderzoek is gebleken dat er 5 rollen zijn die zorgprofessionals zoals zorgcoördinatoren, leerlingbegeleiders en leerondersteuners vaak opnemen. Ze zijn allemaal heel evenwaardig en ze lopen allemaal een beetje in elkaar over. Je kan een voorliefde hebben voor een rol maar, je neemt ze wel allemaal op binnen je job.
![](https://lh4.googleusercontent.com/tYjV_OSgMvJryjMg70k6B1aDBv56H18Uyek4zEo5M2YQUJ-YPEL0nav3uPNDJY6JVMpxcZSIr9wAIZHmQpXnyjrDg7yhmre3PyNLA5GqWMZ1mjdW2Lk0yIzP5yxBg2e7mO0GFQy0i874fTJ0bZls5U0)
- Scheidsrechter: Deze laat verschillende partijen positief laten kijken naar inclusie. Ze zetten in op het zelfvertrouwen van de leerkracht. Leerkrachten doen geloven in hun eigen kunnen. Deze rol medieert tussen verschillende meningen en visies. Ze zoeken naar een compromis.
- Procesbegeleider: Doelen vastleggen en deze evalueren op gepaste tijd. Zij bewaken het proces van het handelingsgericht werken
- Verbinder: Het gaat om alle partijen samen te brengen. Ze stimuleren samenwerking tussen alle partijen: ouders, school, leerkracht, leerling, ...
- Hulplijn: Samen met de leerkracht op zoek gaan naar haalbare doelen en een gepaste aanpak. Dit kan klasondersteuning en individuele ondersteuning zijn. Maatregelen introduceren en mee opvolgen
- Expert: Deze zal mee zoeken naar manieren om de participatie en leerkansen van de leerlingen in de klas te verhogen en dit vanuit hun eigen expertise.
4. Ja zeggen tegen alles
Het is belangrijk om duidelijke grenzen te stellen aan je opdracht. We zijn onderdeel van een systeem en soms heeft dat systeem hier of daar wat extra ondersteuning nodig.
Ik heb het niet over de ene keer dat je het toezicht over de middag overneemt voor je collega, zodat ze een bijscholing kan bijwonen. Ik heb het meer over het afspreken om één keer per week een uur in de 1e klas in te vallen, zodat het team een extra overlegmoment kan hebben. Meer doen dan je deel van de pauze, lunch en naschoolse opvang. De telefoon beantwoorden van het secretariaat tijdens hun lunchdienst. Of een groep trekken om leesvaardigheid te leren aan een groep kleuters. Of een hele avond materiaal maken of zoeken op het internet.
Geef jezelf toestemming om "Nee" te zeggen of op tijd te zeggen, het is genoeg voor vandaag.
Maak duidelijke afspraken met je team en collega’s. Maak een schema op wanneer je wat zal doen en hoelang. Spreek met je collega’s af wanneer ze leerlingen mogen sturen, ...
Zo blijf je ook bij je rol en fase waarin jij als zorgprofessional opereert.
5. Zone van invloed en betrokkenheid
Het balanceren van uw schooldag met geplande taken en onvoorziene omstandigheden kan soms voelen als het samenstellen van een puzzel van 5000 stukjes.
Laat het gevoel los dat jij de oplossing bent voor alles en overal op moet reageren. Weet ook dat je maar een beperkte zone van invloed hebt. Soms wijzen anderen zaken toe in jouw zone van invloed terwijl jij daar geen invloed op hebt. Ze zitten meer in je zone van betrokkenheid. Je kan empathie tonen en zo verbinding aangaan, maar je hebt het niet onder controle.
Het is vooral belangrijk dat je voor jezelf dit bewaakt. Het kan heel wat stress met zich meebrengen als je alles in je zone van betrokkenheid blijft malen of piekeren. Het is verloren energie. Je kan enkel je eigen houding veranderen.
6. Iets doen omdat je voorganger het deed
Het leuke van een zorgprofessional te zijn, is het vermogen om beslissingen te nemen over wat het beste werkt voor jou. Misschien was de laatste leerlingbegeleider gepassioneerd door rots en water, dus gaf ze meerdere keren een initiatie rond rots en water. Maar dat is gewoon niet jouw ding. Raad eens? Je kunt NEE zeggen.
In mijn geval ging de vorige begeleidster met een groepje leerlingen met autisme buiten de schoolmuren shoppen. Ik kwam juist van de schoolbanken en had hier geen ervaring mee. Ik voel mij het veiligst binnen de schoolmuren op dat moment. Ik merkte dat de leerlingen het wel leuk vonden maar, ik vond de actie niet doelgericht. Het is niet gemakkelijk om leerlingen die iets gewoon zijn en leuk vinden te weigeren. Of leerkrachten die gewoon zijn dat de vorige zorg of ondersteuner alle extra blaadjes voor hen maakte, knipte en lamineerde terwijl dat dit niet jouw taak is… Wanneer je hen iets weigert, zie je de afkeurende blikken… Je hoort hen denken: “de vorige was toch beter”…
En hoe moeilijk het ook was om mijn grenzen te stellen en te zeggen dat dit niet mijn taak is of opdracht is, ik deed het toch. Wat was ik blij dat ik mijn mannetje stond.
Als je nieuw bent in een job, kan je worden benaderd met verzoeken die jouw grenzen verleggen. Dan is het cruciaal om je grenzen te kennen en deze transparant te communiceren.
Je mag neen zeggen, dat is prima…
7. Zorg op school doe je niet in je eentje
Als je nieuw bent op een school, vraag dan naar een lijst met bureaus waarnaar wordt verwezen. Ontdek wie de hulplijnen zijn op school. Leer je team rond jou kennen. Bouw aan relaties.
Naast interne hulplijnen is het ook belangrijk om jouw externe partners te kennen zoals: CLB-medewerkers, pedagogische begeleiders, schoolbegeleiders, therapeuten, revalidatiecentra, collega’s van andere scholen binnen je scholengroep of gemeenschap. Er zijn externe diensten die ook vormingen komen geven en jouw team versterken.
Ga als pedagogische studiedag eens op bezoek bij je externe partners, leer elkaar kennen en ga samen aan de slag om een zorgzame school uit te bouwen.
8. Het belang van zelfzorg over het hoofd zien
En als laatste, maar zeker het allerbelangrijkste, MAAK TIJD VOOR JEZELF! Voordat je dag begint, tijdens de schooldag en als je weggaat. Zorgprofessionals zijn gevers, maar als je te veel geeft, geraak je leeg. Raak niet zo verstrikt in je werk als zorgprofessional, dat je uit het oog verliest wie je bent als individu.
Je bent niet zomaar een zorgcoördinator, leerlingbegeleider, leerondersteuner. Misschien ben je ook kunstenaar. Een moeder. Een tuinman. Een vader. Een acteur. Een zangeres…
Vergeet niet om zelfzorg te oefenen.
Neem de tijd om op te laden.
Geef jezelf tijd om te groeien. Je doorgaat zelf een veranderingstraject. Wanneer we iets nieuws beginnen zijn we vooral op onszelf geconcentreerd. Het gaat om het vergelijk met anderen dat ons stress bezorgd want zij zitten al op een hoger niveau. Dat onevenwicht zorgt voor stress.
Je kan nog niet op de hoogste trap staan van bij het begin. Je start sowieso bij jezelf, Stages of concerns model noemt dit niveau zelfbetrokkenheid.
Je stelt jezelf vragen: kan interessant zijn, ik wil hier meer over weten… Ga ik dit wel kunnen, weet ik er wel genoeg over… Wanneer je verder doorgroeit kom je op het niveau die op taakbetrokkenheid (Vragen zoals hoeveel tijd gaat mij dat kosten) en daarna wil je naar de ander kijken (impactbetrokkenheid) want zijn de gevolgen voor de school, leerkrachten, leerlingen...
Geef jezelf dus tijd om deze stadia te doorlopen en weet dat je eerst moet leren kruipen voor je kan lopen. Er is zoiets als slowlearning… Geef jezelf tijd. Je op jezelf richten bij de start, is dik ok! Wees even mild voor jezelf als je voor je leerlingen zou zijn.
En als je een herinnering nodig hebt, kun je deze uitprinten en ergens in de buurt ophangen.
Literatuurlijst
Van de Putte, I., & De Schauwer, E. (Red.). (2018). Leren omgaan met diversiteit in de klas. het GOL(L)D-concept in de praktijk. Gent: Academia Press.
Brown, B. (2018).Durf te leiden. A.W. Bruna Uitgevers B.V.: Amsterdam
Bungay Stanier, M. (2022). How to begin. Page two books,Inc:Vancouver
Bungay Stanier, M. (2016). The Coaching Habit.
Say Less, Ask More & Change the way you lead forever. Hilversum: NUBIZ.
Hoy, W.K. & Miskel, C.G. (2012). Educational Administration: Theory, Research, and Practice. McGraw-Hill Humanities.
Prodiagnostiek | mee(r) met diagnostiek. (n.d.). https://www.prodiagnostiek.be/
Covey, S. R. (2011). De zeven eigenschappen van effectief leiderschap. Business Contact
Gonnissen, I. (2018). Kies positief. Tielt: Lannoo
Ga ook eens kijken bij de workshops!
https://sites.google.com/view/wwelfixen/nascholingsaanbod/aanbod-workshop?authuser=0
ander info of materiaal nodig? wwelfixen@gmail.com
Reacties
Een reactie posten